Tips:

• Zorg voor voldoende vers drinkwater.
• Koel je hond met stromend water of ga met hem zwemmen. Je kunt ook een natte handdoek op de grond leggen. Het dier in zo’n vochtige doek wikkelen kan op zich geen kwaad, het zal alleen niet veel helpen: het koude water zal door de lichaamstemperatuur snel opwarmen.
• Zorg ervoor dat er voldoende schaduwrijke plekken bereikbaar zijn voor uw hond.
• Vermijd hete oppervlakken, want de voetzolen van uw viervoeter kunnen verbranden op heet asfalt of beton.
• Beperk fysieke activiteiten zoveel mogelijk tot de koelere uren van de dag. Ga ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat nog even een blokje om en probeer uitbundig spelen of rennen op de heetste uren van de dag zoveel mogelijk te voorkomen.
• Leer de signalen van oververhitting bij je hond te herkennen. Hijgt je hond veel? Kwijlt hij meer, is hij slomer dan anders? Ook bleker tandvlees, braken, een snelle hartslag en coördinatieproblemen zijn symptomen van (ernstige) oververhitting. Wanneer je dit soort signalen opmerkt, zorg dan zo snel mogelijk voor een koelere omgeving en raadpleeg, als je dat nodig acht, één van onze dierenartsen.
• We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: laat je hond nooit achter in de auto op een warme of zonnige dag! De temperatuur in een auto kan razendsnel oplopen tot temperaturen ver boven de 45 graden; niet gezond natuurlijk voor een hond. Doe het óók niet met de ramen open, dat helpt niet veel. En óók niet met de airco aan; ook die kan het begeven.

Toch kunnen we ook voor katten een aantal nuttige tips geven, zodat de hitte voor hen wat draaglijker wordt:

• Zorg voor voldoende vers drinkwater, en zet dat op meerdere plekken langs de vaste route van je kat. Een fonteintje vinden ze helemaal fantastisch!
• Heb je een groot terras met tegels? Tegels, asfalt en andere bestrating kunnen erg heet worden in de zomer. Zorg ervoor dat je kat hier niet overheen hoeft te lopen wan het dier kan de voetzooltjes eraan verbranden.
• Zorg voor een koele ruimte die beschikbaar is voor de kat. Een donkere, schaduwrijke kamer, liefst met een ventilator, is waar jouw kat het liefst de heetste uren van een warme zomerdag doorbrengt.

• Schaduw en koeling: zet je knaagdieren niet in direct zonlicht en zorg voor voldoende luchtcirculatie in de kooi.
• Geef ze minimaal tweemaal per dag vers en koel drinkwater en controleer regelmatig of ze nog voldoende hebben. Een ijsblokje in het water kan helpen om het langer koel te houden.
• Een kale bodem is koeler dan een dik pak zaagsel of stro. Zorg er daarom voor dat er een kaal stukje bodem aanwezig is.
• Koelmatjes speciaal voor huisdieren zijn verkrijgbaar, maar je kunt ook een flesje water invriezen en, gewikkeld in een doek, in het hok leggen.
• Oververhitting kun je herkennen aan extreme sloomheid, een snel ademhaling, hijgen, gebrek aan eetlust of ander ongewoon gedrag. Vermoed je dat je konijn, cavia, hamster of ander knaagdier oververhit is geraakt? Zorg meteen voor verkoeling en neem als het nodig is contact op met de dierenarts.

Andere tips om oververhitting te voorkomen zijn:

• Zorg voor voldoende schaduw en ventilatie.
• Controleer regelmatig of ze nog voldoende koel drinkwater hebben.
• Ook een nevelsysteem kan erg prettig zijn op zeer warme dagen. Sproeien of een badgelegenheid biedt ook uitkomst.
• Zorg voor een koele ondergrond, waar geen stro ligt. Op stro kunnen ze hun warmte niet goed kwijt.
• Scheer de alpaca’s in het voorjaar.
• Ook het dieet van de alpaca’s kun je wat aanpassen tijdens warme dagen. Vermijd veel eiwitrijk voedsel dat de warmteproductie kan verhogen, en geef ze voldoende vers hooi en gras.

• Zorg voor schaduw. Dat kan in een schuilstal maar ook een rijtje of groepje bomen kan verkoeling geven.
• Laat paarden en pony’s op de koelere momenten van de dag in de wei. Liefst ’s nachts, of anders ’s ochtends vroeg.
• In de stal kan een ventilator voor de nodige verkoeling zorgen. Let wel op dat de dieren zich er niet aan bezeren!
• Gebruik een vliegendeken reflecteert de zon en kan dan ook prettig zijn voor je paard of pony op warme dagen. Het geeft namelijk verkoeling.
• Ververs het drinkwater regelmatig en zorg ervoor dat het paard genoeg drinkt. Vermoed je dat dat niet zo is, dan zou je bijvoorbeeld wat licht gezouten water kunnen sprenkelen op het hooi. Daardoor krijgt het dier dorst en zal het meer gaan drinken.
• Ook op andere manieren kun je water gebruiken voor verkoeling. Spuit de dieren lekker nat als ze van de wei terugkomen of wanneer ze zijn bereden. Begin bij de benen, zodat ze niet schrikken van het frisse water!
• Probeer het werken met de paarden zoveel mogelijk te beperken tot de ochtend en de avond en zadel zo snel mogelijk af.

• Zorg voor schaduw en ventilatie.
• Koel en vers drinkwater is ook voor geiten en schapen erg belangrijk, zeker wanneer het warm is. Controleer regelmatig of er nog voldoende aanwezig is en of het schoon is.
• Geiten en schapen kunnen een bad in een waterbak vaak waarderen met warm weer, maar ook een sproeier plaatsen biedt uitkomst.
• De vacht van schapen kun je scheren, zodat de isolerende laag wordt verwijderd. De warmte kan dan gemakkelijk ontsnappen. Daarnaast is regelmatig borstelen aan te bevelen. Daardoor verwijder je losse wol en vuil zodat de luchtstroom door de vacht wordt verbeterd.
• Geiten hebben een wat minder dikke vacht dan schapen. Normaalgesproken gaan ze in het voorjaar in de rui, waarbij ze hun winterse vacht verruilen voor een lichtere zomervacht.